De bestorming van Arnhem 1813
In de Volkerenslag van 16-19 oktober 1813 werd Napoleon verslagen door een geallieerd leger. Dat leger bestond uit Russen, Pruisen, Zweden en Oostenrijkers. Na deze slag trok het Franse leger zich terug binnen de grenzen van het Keizerrijk. Het leger wilde zich hergroeperen en herwapenen. Een kleine groep tegenstanders, Russische kozakken en Pruisische generaals, besloot Napoleon die gelegenheid niet te gunnen. Zij vielen het Franse rijk binnen. Een legermacht van generaal Von Blücher trok op 19 november 1813 het Departement van de Boven-IJssel binnen, waarvan Arnhem de hoofdstad was. Na schermutselingen bij Doesburg en De Steeg, begon op 25 november het beleg van Arnhem. Op 30 november besloot Von Bülow tot een bestorming van de stad. De zwaarste man-op-man gevechten vonden vlak buiten de Rijnpoort plaats. Daar verdedigden Franse soldaten heldhaftig, maar vruchteloos de toegang tot de Schipbrug. Bij de gevechten kwamen velen om het leven.
De kantstrook is bevestigd tegen de Roermondspleinbrug. Op 30 november 2013 onthulde wethouder Margreet van Gastel de kantstrook. De tekst op de kantstrook luidt:
Op 30 november 1813 bestormden de Pruisen Arnhem en versloegen hier het Franse garnizoen. Daarbij sneuvelden zeker 2000 militairen.