de Kleefse enclaves in Gelderland

kleefse-enclaves-op-de-kaart-van-seutter

In 2016 is een deel van het huidige Gelderland 200 jaar Nederlands. Het gaat daarbij om gebied dat meestal al vanaf de Middeleeuwen bezit was van de hertogen van Kleef en in de zeventiende en achttiende eeuw van de keurvorsten van Brandenburg en koningen van Pruisen. In de Betuwe gaat het om de stad Huissen, in de Liemers om de stad Zevenaar en de dorpen Oud-Zevenaar, Duiven, Groessen, Loo en Wehl. Eeuwenlang vormden zij enclaves in Gelders gebied. Vanaf 1795 begon er overleg tussen Nederland, Pruisen en Frankrijk over een mogelijke overdracht, maar het duurde tot 1816 vóór het gebied daadwerkelijk Nederlands werd. In de tussentijd wisselden de plaatsen zesmaal van eigenaar. Pas tijdens het Wener Congres werd vastgesteld wat hun toekomst zou zijn en op 1 juni 1816 nam de gouverneur van Gelderland, baron J.C.E. van Lynden, ze namens koning Willem I in bezit. Negen maanden later volgde nog een kleinere grenscorrectie. Daarbij werden op 1 maart 1817 Lobith, Hulhuizen, Kekerdom en Leuth met nog wat waarden langs de Rijn Nederlands. Schenkenschans, Leegmeer en Klein Netterden werden toen juist Pruisisch.

Emile Smit

Emile Smit, historicus van betekenis uit Huissen, gaat in op de grensveranderingen in de regio.